2011 – Met de Sepia naar Portugal- deel 1: “4B” Bruggen, Buiken, Baby en Biskaje

13-07-11 tot en met 08-08-11

Vergezeld door de Mayla, met Wim Kroon en Rogier, vertrekt de Sepia uit thuishaven Rijn en Lek, in Wijk bij Duurstede. Een laatste blik door de regensluiers. Het fraaie, oude clubschip; de Adeline verdwijnt in de verte. Haar dagen zijn geteld. Hoe zal het er hier uitzien als we terugkomen?

De Sepia en een laatste blik op de ADELINE. Het clubschip van w.s.v. Rijn en Lek
(foto van W. Kroon)

“Oke. Varen maar, Wim!” zegt Frank. Een blauw zeiltje over de giek beschermt ons tegen de druilerige regen. Een uur later naderen we de brug van Culemborg. We zijn onderweg druk bezig geweest met de voorbereiding van onze “circusact”: De verlengde spinakerval van de Sepia loopt nu vanaf de top van de mast naar de middenbolder op de Mayla van Wim. Hij vaart naast ons. Zo hebben we een manier gevonden om onder de brug van Culemborg door te komen! De Sepia wordt scheefgetrokken. De mast van de Sepia komt tot vijftien meter hoog, de brug is slechts twaalf-en-een-halve meter! Frank stuurt iets af van de Mayla, de lijn wordt strakgetrokken en langzaam maar zeker kantelt de Sepia.  Tussen de boten in hangt nóg een val; van het grootzeil. Onderaan hangt mijn duik-loodgordel. We gaan schever en schever. Ik wurm me door de railing, zit nu op de buitenkant, op de romp. We kijken gespannen naar de loodgordel. Hij gaat steeds lager en lager…Plons! Daar sliert hij door het water. Dat is het teken dat we laag genoeg zijn. Dat is precies van te voren nagemeten. De pont hebben we ook al gepasseerd, en de brug nadert nu…

Als je omhóóg kijkt is het moeilijk in te schatten… Het MOET kunnen! Eén van de spannendste momenten van de hele reis!
De afstand tot de Mayla houden we nu even groot. We zorgen dat de loodgordel door het water blijft slierten. Dan blijven we laag genoeg.
(foto Wim Kroon)

Zo varen we samen onder de brug door, met het stuurboord gangboord onder water. Ik houd me goed vast. Zodra we onder de brug door zijn, stuurt Frank weer naar Wim toe en richt de Sepia zich vlot weer op. Snel hang ik de stootwillen buitenboord, en vang de naar de Sepia terugslingerende loodgordel uit de lucht. We gooien een lijntje op naar de Mayla, en samengebonden vieren we ons afscheid met een piepklein borreltje. De brug van Culemborg is genomen!

We vieren het afscheid aan elkaar vastgebonden, drijvend op de Lek.

Het water van de Lek is door dagenlange westenwind zo hoog opgestuwd, dat we de brug bij Vianen ook niet kunnen nemen. We zullen moeten wachten tot het water wat gedaald is. Dus brengen we enkele verregende dagen in Vianen door, bezoeken vrienden Aart en Corrie en lenen hun auto om nog wat vergeten spullen op te halen in Wijk. Wat gek! Het lijkt haast om de hoek, zo over het land! En dan, eindelijk, ’s nachts om half vier, is het laagwater laag genoeg, en varen we met een krabbende antenne, in het pikke-donker onder de A2-brug door. Hoera! We zijn weer vrij! Geen onneembare bruggen meer! Joepie! “BOINK!” Oei! Dat was een boei! Het gevaar zit nu niet meer bóven ons! We moeten nu ook meer naar beneden kijken…

Frank houdt de windvoorspellingen nauwlettend in de gaten. Die zijn nog niet goed genoeg om het zeegat uit te gaan. Dus kijken we wat rond in Zeeland en bezoeken elke dag kennissen en vrienden. “Wat kennen wij eigenlijk een hoop “watermensen!” realiseer ik me…:

De wind is alweer de baas en geeft ons nu extra dagen om te klussen. Bonus-kleinkind nummer 4 is op komst, dus ik figuurzaag op de steiger ijverig een bedlampje, een welkom-in-de-wereld geschenk..en schilder het in vrolijke kleuren. De figuurtjes passen bij de inrichting van de kinderkamer.

Ondertussen onderhoudt Frank de boot. Hij vertroetelt de motor, speurt beginnende roestplekjes op en pakt ze grondig aan. Hij verdiept zich in de reis-planning en de navigatie. Iedere dag houdt hij nauwkeurig de windvoorspellingen in de gaten.

De administratie en post, de reisverslagjes en foto’s zijn mijn taak. Het cardanische fornuis krijgt een poetsbeurt en het huishouden gaat natuurlijk ook door. Handwasjes en improvisatiemaaltijden, genoeg om altijd druk mee te zijn. Elke dag een gezonde maaltijd in elkaar zetten is soms best een puzzel: Waar doe ik boodschappen? Voor hoeveel dagen is het nodig? Ankeren we? Of komen we aan de wal, de komende dagen?

Ik neem een gezonde voeding extra serieus, want deze zomer heb ik diverticulitis gehad. “Nu heeft de kuur gewerkt. Maar als het wéér gebeurt, zullen we moeten opereren.” waren de profetische woorden van de specialist. Dat wil ik natuurlijk liever niet meemaken…Het is maar goed dat ik niet in de toekomst kan kijken…

Maandag 25 juli is het dan zover: Samen met Willem, op zijn ferro-cementen, 14 meter lange Way to Brisbane varen we de sluis van Vlissingen uit. Willem ontmoetten we in Zeeland. Hij kluste vijf jaar aan zijn boot en hakte de knoop door. Hij vertrekt. Hij wil wég! Hij gaat de wereld rond. De rest van de klussenlijst gaat gewoon mee. In de sluis bij Vlissingen zien we de nijptang en hamer en ander klusgerei nog op het dek liggen. Ik maak wat foto’s als hij in de verte verdwijnt, en mail ze hem. Als herinnering aan zijn vertrek. Hij is alleen…dan heb je geen kans om een foto te maken.

Willem op zijn ferro-cementen klusboot “Way to Brisbane
Als Willem de sluis uit is, maak ik wat foto’s van dit voor hem zo belangrijke moment.

Nu gaan we eindelijk mijlen maken. De eerste overnachting is in Frankrijk: Calais. De volgende in Engeland: in Rye. De door Vera Lynn bezongen White cliffs of Dover verschijnen in de verte. Wat een schitterend gezicht!

We naderen Beachy Head. De “Seven Sisters”schuiven voorbij.
Vier van de Seven Sisters
Beachy Head.
Zo mooi! Hier doen we het allemaal voor!

En dan eindelijk, kunnen we Paul en Rachel Chandler in de armen sluiten!! Een emotioneel weerzien in Brixham. Met hen zeilden we door de Rode Zee, op weg naar India, in 2007. Hen overkwam later, wat alle zeilers vrezen: piraten overvielen hen op hun Lynn Rival. Ruim een jaar werden ze gevangen gehouden in de Somalische woestijn. Als door een wonder zijn ze weer vrij!

Paul en Rachels Lynn Rival werd door de Royal Navy verlaten gevonden op de Indische Oceaan en mee terug genomen naar Dartmouth. Dat was hun thuishaven. Paul en Rachel waren toen nog gekidnapt en onvindbaar. Toen ze na bijna anderhalf jaar vrij kwamen, was het een complete verrassing: hun boot was óók terug in Engeland!

Paul en Rachel gaan weer zeilen. Maar voorlopig niet meer op de Indische Oceaan.

We praten uren bij, halen herinneringen op, klauteren op de ons ook zo vertrouwde Lynn Rival, hun 36 voets zeilboot. We gluren geschokt door het kogelgat dwars door de giek! En we vieren ons weerzien met een etentje. En dan doen we, wat alle bootjesmensen té vaak moeten doen; we nemen -veel te vlug naar onze zin- weer afscheid… Maar nu weten we dat ze veilig en gezond zijn gelukkig!

We gluren geschokt door het kogelgat in de giek.

Oei! Domdomdom! Als we ’s avonds na het etentje bij de ankerplaats terugkomen, dobbert daar de dingy de duisternis in. We hadden hem op een boten-helling gelegd. De vloed werd hoger dan we hadden gedacht. En ook frisser, vindt Frank…..want hij moet uit de kleren om ons afgedwaalde bootje terug te halen!

Frank moet ’s avonds uit de kleren om de weggedreven bijboot te halen. Paul, Rachel en ik genieten vrolijk van dit spektakel.

In Yarmouth brengen we het bedlampje op de post. Het wordt nu echt spannend! Wanneer zal het lampje gaan branden voor het nieuwe kindje! Wanneer zal het komen? Hoe moet dat nu…als we op zee zitten?

Het bedlampje is af! Wanneer zal het kindje komen?

We steken het Kanaal weer over naar de Franse kust. Om middernacht varen we tot voor de monding van de rivier Aber Benoit. In de buurt van eeh…Lampaul-Ploudalmezeau…in Frankrijk!

Tegen acht uur ’s avonds na de oversteek van het Kanaal, naderen we de monding van l’Aber Benoit, Bretagne
Het is bijna middernacht als we, met behulp van de digitale kaart, een beschut plekje vinden om te ankeren aan de Bretonse kust.
Hoera! Om middernacht vinden we zowaar een boei. Ik maak een flitsfoto op goed geluk…We zien niets meer van de omgeving, maar we hangen heerlijk veilig aan een boei! Wat zullen we lekker slapen!
’s Morgens zien we pas hoe de omgeving eruit ziet.

We wriemelen tussen de rotseilandjes door naar Camaret sur Mer. Net om de hoek van de punt van Bretagne. Het volgende traject is de Golf van Biskaje.

Camaret sur Mer is uitvalspunt om de Golf van Biskaje over te steken.

Van Camaret naar Camarinas in Noord Spanje is hemelsbreed nog 350 Nm. (=ca 650 km) We moeten nu wachten op een weather-window; een noodzakelijke meerdaagse periode van gunstige wind, om de Golf van Biskaje over te steken. Omdat de rand van het Continentaal Plat dwars door de Golf van Biskaje loopt, (zie kaartje hierboven) verandert de diepte plotseling van enkele honderden meters in enkele kilometers! Aanhoudende harde westenwind kan de golven daar opstuwen tot grote hoogtes. Dus… Een juiste timing is belangrijk! Een goed weatherwindow is hier echt van levensbelang, beseffen we.

Voorlopig is de wind fout. Dus we verkennen Camaret. Bezoeken de tientallen galerietjes. Smikkelen een Frans frietje. Knabbelen een Frans stokbroodje…En… wachten op goede wind.

En dan…..een sms-je! Ingmar is geboren! Wat prachtig! Drie generaties Mooy-mannen zijn een feit! Maar… veel tijd om te vieren krijgen we niet: De wind is plots gedraaid… En daar is het langverwachte weather-window! Wát een dilemma! Mijn hart schreeuwt om zo snel mogelijk op de trein te springen en op kraamvisite te gaan met de trotse opa. Dit is een universeel gevoel! Je zoon heeft óók een zoon Frank! Hoe schitterend is dat! ER NAAR TOE! NU! Groot is mijn ontsteltenis, als Frank een ándere beslissing neemt. Het schipperskind in hart en nieren kiest voor de juiste timing van de oversteek van Biskaje. Kiest voor veiligheid bovenal. Voor de kans, die misschien niet meer komt de komende weken, om Biskaje over te steken. Zijn argumenten zijn onweerlegbaar: “We moeten nú vertrekken! En als we op een later moment op kraamvisite gaan, kunnen we er meer tijd voor nemen. Dan is de drukte thuis wat voorbij. Trouwens, het vliegtuig uit Portugal is ook al geboekt over een paar weken. Dan gaan we natuurlijk gelijk naar ze toe.” Ik leg me er gelaten bij neer. En ik stuur een traditionele Bretonse kaart met een toepasselijke afbeelding. Meer kan ik niet. Mannen! Wat kunnen ze nuchter zijn! En eeh…verstandig..!

En zo beginnen we aan de oversteek van Biskaje…

In de afgelopen weken is er nog meer gebeurd. In de verslagjes voor het thuisfront maakte ik hier géén melding van, om geen mensen ongerust te maken. Tijdens ons verblijf aan de Engelse kust kreeg ik namelijk langzaam aan weer de bekende buikpijn van de afgelopen zomer. Temperatuursverhoging, en een gammel gevoel, al met al rees het vermoeden dat er zich weer een diverticulitis aan het ontwikkelen was. Ik mailde het verhaal aan mijn huisarts en hij adviseerde me om gelijk de specialist te contacteren. Op advies van Paul en Rachel raadpleegde ik ook een ervaren oude man in een biologisch natuurgeneeswijzen-winkeltje in Brixham. Hij raadde me aan om gebroken lijnzaad te nemen in de yoghurt. Hij had de ervaring dat dat een herstellende en verzorgende werking had voor de darmwand. Ik volgde zijn advies op. In enkele dagen verdween de pijn, daalde de verhoging weer tot normaal. Wel verschenen in mijn slipje af en toe wat lijnzaadjes! Alle details van mijn klachten, mijn persoonlijke dieet en handelswijze, inclusief de “miraculeuze verschijning”van de lijnzaadjes beschreef ik in de uitgebreide email, die ik naar de darmspecialist stuurde. Ondertussen voelde ik me weer helemaal de oude. Mijn trouwe lichaam heeft het helemaal zélf opgelost. begreep ik. De ontstoken divertikel is inderdaad opengebarsten (koorts en pijn) en mijn eigen lieve lijf heeft een fistel (afvoerkanaaltje van troep uit de darm) gevormd naar mijn vagina. Omdat er toen zóveel dingen tegelijk gebeurden; een baby, een veilig weatherwindow, het voor mij zeer emotionele dilemma en de oversteek van Biskaje, heb ik mijn buik-sorus als onbelangrijk naar de achtergrond geschoven. Ik was fit. De verhoging was weg. Ik voelde me gezond! En als we in Portugal op de werf stonden, konden we gelijk door naar Nederland! Het vliegtuig hadden we al geboekt. Dan kon ik gelijk ook naar het ziekenhuis gaan om te overleggen…En trouwens: er was nog stééds geen antwoord gekomen van de specialist of van het ziekenhuis! Die tijd zou hij niet nemen als het ernstig was… toch? Zo was de wens ook een beetje de vader van de gedachte…

Wordt vervolgd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *