13 augustus, 2021. Bezig met de website, vind ik een verhaal, dat ik schreef vlak voor ons vertrek met de Sepia, over hoe het zo ver gekomen is:
2005. “Ben je niet bang?” Een vaak aan mij gestelde vraag. Ja, ik ben bang! Bang, om op een dag wakker te worden en te ontdekken dat het niet meer kan!
Al vanaf mijn tienerjaren droom ik van een wereldreis. Hóe en waarhéén was nog niet duidelijk, maar dat het er van komen zou, daar had ik altijd een rotsvast vertrouwen in. Ik wist alleen niet wannéér. Ik droomde ervan, maar het leven leek steeds sneller voorbij te gaan. Ik werkte en genoot van het werk, en de onafhankelijkheid die dat me gaf. Van alles probeerde ik uit: Op een racefietsje ontdekte ik de schoonheid van Nederland. Daarna kocht ik een motor en breidde mijn verkenningstochten uit tot het buitenland. Het gevoel van vrijheid vond ik fantastisch. De vrije tijd te kort. De droom van de wereldreis reed achterop mijn motor mee.

Nieuwe keuzes werden gemaakt: een vaste relatie en moederschap. Mijn allerliefst kindje werd geboren; Nanoek, een gezonde, vrolijke dochter. Daarnaast probeerde ik nieuwe sporten uit; ze bevielen me allemaal: rotsklimmen en duiken. Met een speen in haar mondje keek de 4 maanden oude Nanoek over de rand van haar reiswiegje toe, hoe haar moeder uit de Middellandse Zee opdook, zich uit haar duikpak worstelde, om vervolgens een klimtuigje aan te trekken en de rotswanden van de Calanque d’En Veau te beklimmen.

Diverse verhuizingen, een scheiding. Het hakte er soms in, maar als vaste spil was er altijd: mijn werk en mijn collega’s. Het leven vlóóg voorbij. Nanoek groeide op in Utrecht. Vaak stond ik met haar voor de wereldkaart aan de muur; daar plakte ik dan hunkerend de ansichten op van mensen die op reis waren…De wereldreis was even helemaal niet meer aan de orde, maar de droom werd alleen maar sterker. Het onderwijs slorpte veel tijd op, maar was goed te combineren met een kind, als alleenstaande moeder. Ik was gelukkig. En ik droomde door.

Frank dook op in mijn leven. Een lieve, gedreven mededuiker bij duikvereniging Nautilus. En alle puzzelstukjes vielen op hun plaats. Frank had dezelfde droom! We besloten het te proberen samen. Kochten een boot en werkten samen keihard…aan de verwezenlijking van onze droom. Het water trok. Binnen vijf weken na aankoop van onze eerste boot, een Friendship 28, zeilden we Het Kanaal over! “Jullie zijn gek! Geen ervaring! Onverantwoord!” De oordelen vlogen om onze oren. “Die ervaring doen we onderweg wel op”, was ons antwoord. Eigenwijs is soms ook wijs…
Elk weekend, elke vakantie zeilden we. Nanoek stond te juichen, met mijn Nautilus t-shirt aan, toen zij haar eerste makreel uit de Noordzee trok! Hij smaakte naar meer! En in onze droom bakten we nu een dorade!

Inmiddels waren we naar Wijk bij Duurstede verhuisd. Bij het afscheid van mijn geliefde school aan het Pieterskerkhof gaven de kinderen me twee boot-stoeltjes en een map voor reisverhalen mee. De buitenkant was helemaal beplakt met tekeningetjes en briefjes voor hun juf op reis. Juf op een boot, met duikpak aan, met tropische eilanden op de achtergrond! Zij kenden mijn droom!
In Wijk heb ik ook nog een aantal jaren gewerkt. Mijn gedrevenheid om nog héél hard te werken vòòr we zouden gaan reizen, om me hier nog even “wáár“ te maken, om op te bouwen wat ik achterliet in Utrecht… de bodemloze put van werk die het onderwijs vormt, de gevolgen van de lyme infectie, (waar ik toen nog geen weet van had) het was een fatale combinatie voor me. Ik had mijn grenzen overschreden en moest de tol betalen. Ongenadig werd ik gevloerd door een burnout. Een gitzwarte periode in mijn leven. Maar de droom bleef.
Nu 2005, zijn we weer een paar jaar verder. Nanoek is een prachtmeid geworden, ze werkt, woont en studeert in Utrecht en zit, net als ik ooit, op haar eigen dakterrasje in de zon. De Bolle, onze lieve trouwe poes, zit bij haar. Frank en ik werken nu allebei niet meer. De burnout heb ik afgerond. Hij heeft zijn sporen nagelaten. Dat zal nog wel even duren. Een paar dingen zijn niet meer als vroeger. Een ander ziet het niet en dat is soms nog lastig. Maar de belangrijke mensen weten het en dat is voldoende. Mijn concentratie is heel slecht. Drukte en gepraat door elkaar heen breken me snel op. En mijn geheugen? Dat kan ik als visnet gebruiken.
Maar geheugen of niet: Mijn droom ben ik niet vergeten! Nu is mijn tijd gekomen, onze tijd! Tijd om in de droom te stappen en ervan te genieten!
“Ben je niet bang? ” is de vraag die vaak gesteld wordt… “Als het nou echt gaat stormen? Als je op een walvis vaart? Of op een container?” De nachtmerrie-scenario’s zijn niet aan te dragen. Maar als je het goed gelezen hebt, heb je nu je antwoord; Liever een nachtmerrie dan helemáál geen droom!
Marijke van Ekeren
(Kort hierna zijn we vertrokken op wereldreis.)
Mooi geschreven Marijke, die droom van jou en Frank hebben wij op de voet kunnen volgen dankzij die ontmoeting op dat eilandje in Noorwegen.
Ha Paul en Greet, ja, dat was weer zo’n toeval dat we jullie daar tegen kwamen. De wereld is klein!