Oktober 2007 Onderweg naar de vasco da Gama bijeenkomst ankeren we voor de Turkse kust.

De boot ligt voor anker bij een fraaie kasteelruïne. We snorkelen om de boot, controleren het anker en verkennen de bodem. Yess! Ik vind een schat! Een klein ankertje. Ik breng het boven en leg het op de boot. Frank ziet een verroeste, ijzeren stoel liggen.
Hij gaat er op de zeebodem op zitten, naast het grote anker van onze boot. Haha! Hij houdt ankerwacht, begrijp ik. Ik lach…en mijn duikbril loopt vol water. We neuzen nog wat rond.
Dan zwemt hij met de stoel naar het strand bij het kasteel.
Een vrouw in badpak zit zich te scrubben met het fijne zand. Verrast kijkt ze toe als Frank, met stoel en al, voor haar neus, uit het water oprijst. Is dat Neptunus? Neptunus biedt haar zijn stoel aan.
Ik maak een praatje met haar.
Ze is Turkse, maar spreekt Duits. Ze is “Renterin”, heeft 25 jaar in “Deutschland gearbeitet.” Ze pakt een handje van het fijne, warme zand. “Dit zand is heel goed voor je huid! Voel maar!” Ze wrijft wat op mijn schouder. Dat voelt lekker!
Spontaan scrubben we haar rug en zij de onze. Tevreden laten we ons, gepaneerd en wel, opdrogen in de zon.
Alles gaat zo gemakkelijk, zo vanzelf! Dan moeten we weer gaan.
“Ach du Liebchen!” zegt ze bij het afscheid. Uit de verte roept ze haar telefoonnummer nog.
Als ik bij de boot ben, ben ik het vergeten…