Eind september 2007. Na ons rondje Oceaan en een kort bezoek aan Nederland, besluiten we met de Vasco da Gama Rally mee te doen. De internationale deelnemers verzamelen in Turkije. We willen eerst overwinteren op de grens van Spanje en Portugal, in het zuiden, op de Rio Guadiana. Daar moeten we wel nog naartoe varen. We wachten op een goed moment om Biskaje over te steken. Er komt veel wind, maar daarvóór is nog wel een “weatherwindow”.
Het is een lastige oversteek, want een accu blijkt zeer slecht te zijn. Gelukkig hebben we diverse manieren om stroom op te wekken tijdens het zeilen, om de startaccu in ieder geval vol te houden. ’s Nachts gebruiken we zo weinig mogelijk licht en draait de windgenerator. Overdag doen de zonnepanelen weer mee, en als we kunnen zeilen zetten we de schroef vrij en draait de schroefas-dynamo op volle toeren mee. Af en toe motoren we, om stroom te maken, maar liever niet te vaak…want starten kóst ook weer stroom!

Terwijl de dagen verstrijken, nemen zowel wind als windvoorspellingen toe. We zien een Beaufort 8 sneller naderen dan oorspronkelijk de voorspelling was. Als we nog één dag te gaan hebben, zien we om ons heen, dat de vissersboten ons supersnel inhalen en met een grote boeggolf vooruit racen richting de Spaanse kust. Frank volgt onafgebroken op de SSB-radio de voorspellingen. “Ik zie al Beaufort 9 staan”, hoor ik zijn stem binnen uit de roef komen. Zijn stem klinkt kalm, zoals altijd. Maar dat doet hij altijd, weet ik inmiddels. Dat zegt niks…


Als we in de haven komen, staan andere zeilers klaar om ons aan te pakken..Dan barst de storm gelijk los. Maar wij zijn gelukkig veilig! Een Schotse familie zien we over de steiger met koffers en al naar een hotel gaan. Zij hebben al een storm meegemaakt, waar het mis ging. Dat willen ze niet meer meemaken. Ik zit in de kuip, en kijk om me heen. “Kom nou binnen!” klinkt Franks bezorgde stem. Maar ik wil dit helemaal meemaken! Ik voel me veilig, gehurkt achter de stuurkolom. Ik geniet ervan! Ik lééf! Zó voelt het! Fantastisch! Een groot zeiljacht bonkt tegen de steigerrand, de stootwillen zijn omhoog gewaaid en liggen te dansen in het gangboord. Een groep meeuwen komt áchteruit vliegend langs…In de luwte tussen de boten zie ik tientallen vissenkoppen regelmatig happend boven water komen…huh? Waarom doen ze dat?? En op de windmeter zie ik 79 knopen. Een simpel rekensommetje…dat is meer dan Beaufort 12! Dat is orkaankracht!


In de haven van Camarinas staat een Spaanse journaliste live-verslag te brengen van de stormschade in Camarinas. Haar zwarte haar sliert in haar gezicht, terwijl ze iets van een doorweekt papiertje tracht te lezen. Een zeiler spoelt met een puts water de resten van een hondendrol van de steiger. “Ik zocht mijn ene teenslipper. Die was weggewaaid,” vertelt hij me lachend; “Die drol kwam van die klif gewaaid denk ik. Stap ik er precies in, met mijn blote voet!”

De komende dagen is de zee nog veel te ruw om verder te gaan. Op onze vouwfietsjes peddelen we de naburige plaatsjes door. In de café’s staan traditiegetrouw een grote tv-schermen aan. “Kijk,” zegt Frank, “we liggen nog goed. We kunnen overal de Sepia zien liggen. Dat is handig!”



Dan gaan we weer verder. Maar het is geen pretje. De zee is best nog onrustig. De wind werkt ook niet mee. In Viana de Castelo maken we tot mijn grote geruststelling weer een stop van drie dagen. Dan gaan we weer verder. Leixoes is ons doel.

De haven van Leixoes wordt beschermd door twee grote pieren, die als grote beschermende armen om de wijde voorhaven heen liggen. Aan de zuidzijde is een opening. Daarbinnen is ook nog een toegang naar de jachthaven. De zee buiten de pieren, waar we varen, is erg onrustig. De wind ook. Hij draait pal west, we moeten goed opletten, dat we niet naar de kust verleieren.
Onderweg hebben we de marifoon aanstaan. Al een tijdje hoor ik stemmen. Ik probeer er wat van te verstaan. Ze spreken Portugees. Soms meen ik ook Spaans te horen. Het lijkt van drie verschillende zendpunten te komen. Eén heeft een duidelijke achtergrond-brom De tweede klinkt kortaf en geroutineerd. De derde is een zeilboot bemanning; type schip, positie, aantal bemanningsleden worden regelmatig genoemd. ik hoor dat de stemmen beheerst, maar gespannen zijn. Ik voel en hoor de groeiende paniek Ik kijk buiten, maar de avond is al gevallen en het is te donker om iets te zien. Stuifwater over de kuip maakt het zicht ook slechter.
“Frank! Dat gaat niet goed daar. Ik hoor paniek!” Mijn hart bonst.
“Welnee, je hebt teveel fantasie. Niks aan de hand hoor,” stelt Frank me stoïcijns gerust. Maar ik weet het zeker: het gaat mis op die boot! Als ik vol blijf houden, luistert hij toch wat aandachtiger mee. “Dat is een helicopter!” zegt hij, als de brom-zender weer te horen is. Korte commando’s worden uitgewisseld. Ik versta er niets van. Maar ik vóel de angst in de stemmen van de zeilers.” “Die andere boot is de coastguard” concludeert Frank.
We varen nu ter hoogte van de noordelijke “pier-arm”. In het donker zie ik niks, maar ik wéét dat als je dáár zit…zonder motor….aan lager wal…met deze onrustige golven… Dan kom je niet weg! We kunnen niets doen. Te donker. Onbekend gebied. De golven breken links van ons…daar begint de branding! We steken te diep om te gaan helpen…misschien zijn daar onderwater rotsen…
We verdelen onze aandacht tussen het navigeren in het pikkedonker, en de stemmen op de marifoon. Dan wordt op de marifoon de herrie luider, harde klappen, gekraak, gebruis… en de stemmen zijn weg…. alleen nog maar stilte… Alleen nog wat korte uitwisseling tussen coastguard en helicopterpiloot.
We stampen door en draaien de opening tussen de twee pieren, aan de zuidkant, naar binnen. Eindelijk het beschutte water in. Als we door de tweede opening de jachthaven in zijn gekomen, worden we gelijk van de gastensteiger weggestuurd. “Die moet vrij blijven,”zegt een man; “Er is een noodgeval aan de hand…”

Ik realiseer me pas de volgende dag ten volle, dat we getuigen zijn geweest van een drama. Drie mannen zijn verdronken. Twee zijn aangespoeld. De derde is nog niet geborgen. Wéér staan radio- en tv-verslaggevers op de pier. En veel guardia civils. En wéér zien we de haven waar de Sepia ligt, overal op de tv…