21 juli ‘21 Steurgat, Biesbosch
We varen middenop het brede Steurgat. Troebel, donkergroen-bruin water. De stroom is sterk, het water hoger dan normaal. Ik sta op de boeg. Mijn geblesseerde pols mag af en toe weer zonder de brace. Daar geniet ik van. Een voorbijdrijvend wriemelend streepje trekt mijn aandacht. Ik loop terug door het gangboord, terwijl we er aan voorbijvaren. Een klein donker diertje probeert wanhopig zijn roze slurfneusje boven water te houden.Twee roze mini-handjes slaan hardnekkig op het wateroppervlak. Een bolrond ruggetje komt even boven, roze minivoetjes trappelend erachter… Ik weet het gelijk: “Frank! Terug! Een mol!” Ik wijs naar de achter ons verdwijnende stip. In de lucht cirkelen krijsende meeuwen…op zoek naar iets te eten?
Mijn opschep-taktiek met de beslagkom mislukt. Het molletje ontglipt, maar zwemt instinctief weer richting boot. “Dáár is hij, Frank!” wijs ik, “Maar ik kan er zo niet bij. Dan maar via de zwemtrap.” Een handige boot-manoeuvre van Frank. Er is geen tijd om de zwemtrap uit te klappen…ik klim voorzichtig naar het nu machteloos in het nog wilde schroefwater rondtollende molletje…hij verdwijnt onder water… Oh Nee!! Met mijn zwakke arm om de zijkant van de trap gebogen, reik ik hurkend met de kom naar waar het molletje onderging… Hoe het precies ging kan ik niet meer reconstrueren… Met in mijn gezonde hand de kom-met-mol, klapt de trap open en met mijn volle gewicht hang ik aan de “blessure-arm” achter op de boot…
Ik zit in de kuip. Een vlijmscherpe pijn schiet door mijn pols. Op mijn schoot de beslagkom met een nog steeds rondjes zwemmende mol. We hebben hem! Dat is het belangrijkste nu. Nu kan ik mijn vertroetel-instinct even heerlijk op hem botvieren. Dan maar met één hand. Eerst giet ik hem af. Dan dep ik hem droog met een stuk keukenrol. Hij schrikt van mijn eerste aanraking, maar dan ontspant hij zich. Als ik hem zachtjes droogmasseer maakt hij krab-beweginkjes met zijn achterpootje. Zó schattig! We varen ondertussen door, op zoek naar een afmeermogelijkheid. Daar is een graskant, met kade en bolders. Het moet niet te ingewikkeld zijn nu, want één hand kan ik echt niet gebruiken.
Als we afgemeerd liggen, breng ik eerst de mol het bos in. Uit de kom rolt hij op de rulle grond en begint gelijk te graven…Wat een energie! het ronde kontje verdwijnt in de aarde… Tevreden en trots loop ik terug. Au! Mijn pols doet nu wel erg zeer! Wat nu?
Verderop ligt nog een boot. Frank staat er te praten. Wat een geluk: Het is de VIKING! Havengenoten uit Wijk bij Duurstede! De gepensioneerde arts onderzoekt mijn pols en stelt me vriendelijk gerust. Niks gebroken. Alleen rust nemen! Een paar dagen een mitella. Gelukkig maar!
Voor we weggaan ga ik nog even kijken waar ik het molletje had losgelaten. Het is doodstil, windstil, op het schaduwrijke plekje waar ik hem losliet. Maar dan ritselt er iets…een plantje begint opeens heftig heen en weer te wiebelen, op de omgewoelde aarde. ”Daag!” zwaai ik terug.
“Kon ik maar even met het molletje appen” mijmer ik, terwijl ik op de bank de voorgeschreven rust neem, “Ik zou wel eens willen weten hoe het met hem gaat.” “Krijg nou wat!” hoor ik Frank zeggen. Hij kijkt naar mijn voet. Ik ga wat rechtop zitten. Er zit een vlinder boven op mijn grote teen!. Hij spreidt zijn prachtige vleugels uit in de zon. Wat mooi! “Die komt me vast de groeten doen van de mol!” denk ik verrukt! Ken je dat gevoel?
Supermooi verhaal en dat ‘eerst giet ik hem af’ HEERLIJK!
Sam! Wat vind ik dat leuk: dat je mijn site hebt gevonden! Dank voor je reactie. En ja…dat is zó genieten: met woorden spelen! Jij ziet het! Ik heb er ook zoveel binnenpretjes van gehad!
Lief verhaaltje!
Wat een mooi, teder verhaaltje over mol en vlinder. En over die lieve vrouw die om anderen geeft. X
Wat een geweldig verhaal! De manier waarop je dit avontuur beschrijft Marijke, ik zie het precies voor me. Een mol redden uit het water! Het was toch niet de Mol van Lunetten?
Mieke! Je brengt me op een idee! Een verhaal over de mol van Lunetten!